
zaterdag, september 28, 2002
Suzanne Brink over de serie Hollands Zicht in KRO Studio:
Eddy Posthuma de Boer behoort tot de generatie van Cor Jaring en Paul Huf en wordt gevolgd terwijl hij behangen met een camera naar India reist. Daar fotografeert hij in een steengroeve kinderen van rond de veertien jaar die van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat met vijf kilo wegend gereedschap steen aan stukken hakken. Posthuma de Boer vertelt: 'Die kinderen zijn versleten voor ze uitgegroeid zijn.' Hij drukt vier rolletjes achter elkaar af van een jongetje om de kracht waarmee hij hakt vast te leggen en praat daar nogal technisch over: 'Met flitsen moet het lukken.' Pas later in de reportage wordt zijn betrokkenheid duidelijker. Zijn drijfveer om kinderen in moeilijke omstandigheden te fotograferen komt voort uit zijn schooltijd toen hij veel van zijn joodse klasgenoten kwijtraakte. Dat is een van de weinige persoonlijke dingen die de fotograaf vandaag vertelt. De interesse van de makers van Hollands zicht gaat voornamelijk uit naar zaken als de keuze voor zwart/wit fotografie en Posthuma de Boers' zoektocht naar een geschikte steenhakkersfamilie om te fotograferen. Veel vragen blijven liggen. Wat voor band heeft de fotograaf bijvoorbeeld met zijn 'modellen', de jonge steenhakkers? Gaat hij bij hun familie eten? Wat betekent fotografie voor hem? En nog zo'n belangrijke vraag: wie is Posthuma de Boer eigenlijk? Moeten we hem ergens van kennen?
De tweede aflevering ging over fotografe Hellen van Meene en ook daarvoor geldt dat de reportage maar beperkt inzicht gaf in haar drijfveren en keuzes. Het waren echt mooie plaatjes die passeerden en het is leuk om te weten dat Van Meene een puber voor de foto in de vrieskou een dode vis laat knuffelen, maar waarom doet ze dat? Wat zijn haar thema's? Hollands Zicht houdt zich op de vlakte en laat de kijker leeg en verloren achter.
Eddy Posthuma de Boer behoort tot de generatie van Cor Jaring en Paul Huf en wordt gevolgd terwijl hij behangen met een camera naar India reist. Daar fotografeert hij in een steengroeve kinderen van rond de veertien jaar die van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat met vijf kilo wegend gereedschap steen aan stukken hakken. Posthuma de Boer vertelt: 'Die kinderen zijn versleten voor ze uitgegroeid zijn.' Hij drukt vier rolletjes achter elkaar af van een jongetje om de kracht waarmee hij hakt vast te leggen en praat daar nogal technisch over: 'Met flitsen moet het lukken.' Pas later in de reportage wordt zijn betrokkenheid duidelijker. Zijn drijfveer om kinderen in moeilijke omstandigheden te fotograferen komt voort uit zijn schooltijd toen hij veel van zijn joodse klasgenoten kwijtraakte. Dat is een van de weinige persoonlijke dingen die de fotograaf vandaag vertelt. De interesse van de makers van Hollands zicht gaat voornamelijk uit naar zaken als de keuze voor zwart/wit fotografie en Posthuma de Boers' zoektocht naar een geschikte steenhakkersfamilie om te fotograferen. Veel vragen blijven liggen. Wat voor band heeft de fotograaf bijvoorbeeld met zijn 'modellen', de jonge steenhakkers? Gaat hij bij hun familie eten? Wat betekent fotografie voor hem? En nog zo'n belangrijke vraag: wie is Posthuma de Boer eigenlijk? Moeten we hem ergens van kennen?
De tweede aflevering ging over fotografe Hellen van Meene en ook daarvoor geldt dat de reportage maar beperkt inzicht gaf in haar drijfveren en keuzes. Het waren echt mooie plaatjes die passeerden en het is leuk om te weten dat Van Meene een puber voor de foto in de vrieskou een dode vis laat knuffelen, maar waarom doet ze dat? Wat zijn haar thema's? Hollands Zicht houdt zich op de vlakte en laat de kijker leeg en verloren achter.